Eerder schreef ik een blog waarin de rechtbank Rotterdam oordeelde dat de werkgever een aanzegvergoeding verschuldigd was ondanks dat bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst al was aangegeven dat geen sprake van een opvolgend contract zou zijn. Recent oordeelde de rechtbank Midden-Nederland dat de werkgever ook een aanzegvergoeding verschuldigd was ondanks de via een online systeem was aangezegd dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd.
Feiten
De werknemer was op 1 september 2023 als Senior Juridisch Adviseur in dienst getreden met een arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar. Na 31 augustus 2024 is de arbeidsovereenkomst niet voortgezet. De werkgever maakt binnen haar organisatie gebruik van een online systeem genaamd AFAS. AFAS is een systeem waarin HRM-gerelateerde onderwerpen worden gecommuniceerd met de werknemers. Op 29 juli 2024 heeft de werkgever een brief via dit systeem gestuurd en aangegeven dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd. De werknemer heeft vervolgens op 1 september 2024 per emailbericht aangegeven niet op de hoogte te zijn van deze brief en maakt daarom aanspraak op een aanzegvergoeding.
Juridisch kader
Als sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd moet een werkgever schriftelijk uiterlijk een maand voordat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt de werknemer informeren over of de arbeidsovereenkomst wel of niet wordt voorgezet en onder welke arbeidsvoorwaarden. De eis van de schriftelijkheid is om discussies achteraf over al dan niet gedane mondelinge toezeggingen of mededelingen te voorkomen. Daarbij is een elektronische kennisgeving van de aanzegging ook toegestaan. In het geval de werkgever de werknemer niet een maand voordat de arbeidsovereenkomst informeert over het wel of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst moet de werkgever een zogenoemde aanzegvergoeding betalen aan de werknemer. Daarbij moet de aanzegging de werknemer wel hebben bereikt om werking te hebben. Als de aanzegging de werknemer niet heeft bereikt, maar dit voor risico van de werknemer komt, heeft de aanzegging alsnog werking en is een werkgever geen aanzegvergoeding verschuldigd.
Oordeel rechtbank
De werkgever en de werknemer zijn het met elkaar eens dat de brief als schriftelijke aanzegging kwalificeert. Desalniettemin zijn de werknemer en de werkgever het niet met elkaar eens over of de werknemer de brief daadwerkelijk heeft bereikt. Vaststaat namelijk dat de werknemer de via AFAS verstuurde brief niet heeft geopend en gelezen.
De kantonrechter oordeelt dat in de arbeidsovereenkomst niet duidelijk staat dat de communicatie met de werknemers door middel van het online systeem AFAS verloopt. Dat in de arbeidsovereenkomst staat dat de werkgever een digitaal dossier van de werknemer hanteert en salarisspecificaties elektronisch worden verstrekt, is hiervoor onvoldoende. Daarbij is ook niet komen vast te staan dat de werkgever eerder berichten via AFAS aan de werknemer heeft gestuurd. Evenmin ontving de werknemer een melding dat er een bericht voor hem klaar stond in AFAS. De kantonrechter oordeelde dan ook dat de werknemer niet had hoeven weten dat de communicatie via AFAS verliep. Dat de aanzegging de werknemer niet heeft bereikt, komt volgens de kantonrechter dan ook voor rekening en risico van de werkgever. Omdat de aanzegging niet tijdig is ontvangen, is de werkgever uiteindelijk de aanzegvergoeding verschuldigd.
Advies
Gelet op het voorgaande is het van belang om als werkgever op voorhand te communiceren dat een online systeem wordt gehanteerd als communicatiemiddel. Dit kan bijvoorbeeld in de arbeidsovereenkomst of het personeelsreglement worden aangegeven. Bovendien is het verstandig om het systeem zo in te richten dat een werknemer ook een melding krijgt als er een bericht klaarstaat in het systeem.