Eerder  schreef ik over de bekendmaking van het kabinet om het concurrentiebeding in arbeidsovereenkomsten te willen hervormen. Op 4 maart 2024 is het ‘wetsvoorstel modernisering concurrentiebeding’ in internetconsultatie   gegaan.

Welke vereisten gaan gelden voor het overeenkomen van een concurrentiebeding?

In de situatie dat het wetsvoorstel uiteindelijk een wet wordt, blijft het mogelijk om een concurrentiebeding overeen te komen. Aan het overeenkomen van een concurrentiebeding worden desalniettemin nadere voorwaarden verbonden.

1. Het concurrentiebeding wordt wettelijk begrensd in duur. De maximumduur bedraagt twaalf maanden.

2. In het concurrentiebeding moet het geografische bereik worden opgenomen, gespecificeerd en gemotiveerd.

3. Werkgevers moeten, net als bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, ook bij arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd een zwaarwichtig bedrijfsbelang hebben en dit motiveren.

4. Als een werkgever het beding wenst in te roepen, zal de werkgever een vergoeding van 50% van het maandsalaris moeten betalen, per maand dat het beding duurt.

Ten aanzien van de vierde voorwaarde geldt dat de werkgever bij het einde van de arbeidsovereenkomst dus een keuze heeft; geen vergoeding betalen en de werknemer niet houden aan het concurrentiebeding of wel een vergoeding betalen en de werknemer wel aan het concurrentiebeding houden. Daarbij moet een werkgever in beginsel uiterlijk een maand voor het einde van het dienstverband schriftelijk aan de werknemer aangeven dat de werknemer aan het concurrentiebeding wordt gehouden. Als een werkgever dit niet doen, verliest het beding zijn geldigheid. Werkgevers moeten daarbij ook aangeven hoe lang het concurrentiebeding wordt gehandhaafd. Als een werknemer zelf het dienstverband opzegt, moet de werkgever het concurrentiebeding binnen twee weken na de opzeggingshandeling van de werknemer inroepen. De vergoeding moet direct en volledig voor de duur van de hele looptijd van het concurrentiebeding aan de werknemer worden uitbetaald. Als de werknemer vervolgens toch het concurrentiebeding schendt, dan is de vergoeding onverschuldigd voldaan en kan deze worden teruggevorderd.

Hoe zit het met de bestaande concurrentiebedingen?

Bestaande concurrentiebedingen blijven na het wetsvoorstel gelden. Voor concurrentiebedingen die zijn aangegaan voor inwerkingtreding van het wetsvoorstel gelden de eerste drie voorwaarden niet (maximale duur, motivering van de geografische reikwijdte en noodzaak). Het betalen van een vergoeding als een werkgever het concurrentiebeding wil handhaven, gaat wel gelden voor bestaande concurrentiebedingen. Dit betekent dat werkgevers richting het einde van het dienstverband steeds zullen moeten aangeven of ze een werknemer aan het concurrentiebeding willen houden en zo ja, een vergoeding aan de werknemer moeten betalen.

Als een werknemer van mening is dat het concurrentiebeding niet geldig is, kan de werknemer nog steeds naar de rechter en vragen om het concurrentiebeding te vernietigen, schorsen of beperken. Een werknemer die gelijk krijgt, moet de ontvangen vergoeding aan de werkgever terugbetalen.

Wanneer treedt het wetsvoorstel in werking?

Iedereen kan tot 15 april 2024 een reactie op het wetsvoorstel geven. De beoogde datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel is gesteld op 1 januari 2025. Het is echter de vraag of het wetgevingsproces voor die datum kan worden afgerond en of het wetsvoorstel in de huidige vorm wordt ingevoerd. We houden u op de hoogte.