In een recente uitspraak van de Rechtbank Gelderland staat de aansprakelijkheid van de gemeente voor letsel veroorzaakt door een afgebroken tak centraal. De aansprakelijkheid wordt beoordeeld aan de hand van een afweging van de Kelderluikcriteria.

Op 16 juli 2015 stond eiseres, samen met tientallen mensen, op de opstaplocatie van de toeristische fluisterboot in Zutphen, toen onverwacht één van de hoofdtakken van de kastanjeboom naar beneden viel. De tak is op eiseres gevallen, als gevolg waarvan zij letsel heeft bekomen. Zij heeft de gemeente Zutphen aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden en nog te lijden schade, omdat de gemeente Zutphen is belast met het onderhoud van de betreffende boom.

De boom is in de jaren 2008, 2009, 2010 en 2012 door de gemeente Zutphen gecontroleerd. In 2012 is de boom geregistreerd als risicoboom. In 2011, 2013 en 2014 is de boom niet gecontroleerd. Op 24 februari 2015 is de boom in opdracht van de gemeente visueel gecontroleerd door onafhankelijk boomtechnisch onderzoeks- en adviesbureau Tree-O-Logic. Ook toen is vastgesteld dat het een risicoboom betrof. Voornoemd bureau heeft de gemeente geadviseerd om binnen 3 maanden nader onderzoek te doen. Op 24 mei 2015 is door de coördinator van de fluisterboot aangegeven dat ‘de boom er slecht aan toe was en er wel naar gekeken moet worden’. Twee dagen later is de boom door medewerkers van de gemeente nogmaals visueel gecontroleerd. Vervolgens is de kastanjeboom op de kaplijst van het najaar van 2015 geplaatst.

Eiseres heeft gevorderd een verklaring voor recht dat de gemeente Zutphen tekort is geschoten in haar zorgplicht betreffende het onderhoud van de kastanjeboom en zodoende aansprakelijk is voor de door haar ten gevolge van het ongeval geleden en nog te lijden schade. Eiseres stelt dat de gemeente op 26 mei 2015 niet had mogen volstaan met een visuele controle. Door te verzuimen kort na deze controle maatregelen te treffen heeft de gemeente een zorgvuldigheidsnorm ex artikel 6:162 BW geschonden.

De rechtbank overweegt dat de belangrijkste oorzaak van het afbreken van de tak is gelegen in de afname van de houtsterkte van de kastanjeboom als gevolg van de paardenkastanjebloedingsziekte. Verder overweegt de rechtbank dat de gemeente door na de visuele controle door Tree-O-Logic te volstaan met een nieuwe visuele controle enkele maanden later, in strijd heeft gehandeld met het advies om door middel van ‘nader onderzoek’ uitsluitsel te verkrijgen over de vraag of de kastanjeboom als risicoboom nu wel of niet aan nadere maatregelen zou moeten worden onderworpen.

De rechtbank toetst aan de hand van een afweging van de Kelderluikcriteria (HR 5 november 1965, ECLI:NL:HR:1965:AB7079, NJ 1996, 136) of de gemeente in strijd heeft gehandeld met een zorgvuldigheidsnorm. De rechtbank stelt voorop dat de vraag of de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld afhankelijk is van de mate van waarschijnlijkheid dat de hoofdtak zou afbreken, de hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan, de ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben en de mate van bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen. Deze criteria dienen in onderling verband te worden beschouwd en geen van de criteria is doorslaggevend.

De rechtbank overweegt dat het voor de gemeente Zutphen niet bezwaarlijk was het haar geadviseerde nader onderzoek uit te voeren of andere veiligheidsmaatregelen te treffen. Deze maatregelen waren voornamelijk geboden vanwege de grootte van de kans dat, als de tak zou afbreken, hieruit ongevallen zouden ontstaan met ernstige gevolgen. De boom bevond zich op de opstaplocatie van de fluisterboot. Deze omstandigheid wordt door de rechtbank meegewogen in het oordeel. Dit brengt immers mee dat er dagelijks grote groepen mensen de boom passeren, maar ook onder de boom wachten op het aanmeren van de boot, hetgeen de kans op een ongeval met ernstige gevolgen vergroot.

Voor aansprakelijkheid is niet vereist dat voor de gemeente voorzienbaar was op welke concrete wijze het ongeval of de schade zou ontstaan. Het verweer van de gemeente Zutphen dat voor haar niet voorzienbaar was dat de onderhavige tak zou afbreken, treft dus geen doel.

De rechtbank acht voldoende aannemelijk dat eiseres het haar overkomen letsel niet zou hebben opgelopen indien de gemeente Zutphen op 26 mei 2015, althans binnen de door Tree-O-Logic geadviseerde urgentietermijn, nader onderzoek had ingesteld en oordeelt dat derhalve sprake is van een condicio sine qua non-verband tussen het nalaten van de gemeente Zutphen en de door eiseres geleden schade.

Deze uitspraak lijkt op het eerste oog op gespannen voet te staan met het Plakoksel-arrest van de Hoge Raad (HR 12 juli 2013). Het hof oordeelde in die zaak dat een boom met plakoksel weliswaar een verhoogd risico op afscheuren van de tak meebrengt, maar dat hieruit niet voortvloeit dat de kans op uitbreken van een tak met plakoksel zodanig groot is, dat de provincie op basis van haar zorgplicht maatregelen moet treffen om uitbreken te voorkomen. Naar het oordeel van het hof kon van de provincie niet worden gevergd dat de provincie maatregelen trof ter voorkoming van het afscheuren van de betreffende tak. Bij dat oordeel lijkt het hof voornamelijk gewicht toe te kennen aan de voorzienbaarheid van het afscheuren van de tak. De plakoksel was immers tien tot vijftien jaar gevaarlijk geweest en de tak is in die periode niet afgescheurd, terwijl de tak in die periode is blootgesteld aan een aantal hevige stormen. Er kon dus niet zonder meer geconcludeerd worden dat het waarschijnlijk was dat de tak tijdens een storm zou afbreken. Dit oordeel is in cassatie in stand gebleven.

Dat het oordeel van de rechtbank in de onderhavige zaak anders uitvalt, kan echter worden verklaard doordat de rechtbank bij het criterium ‘mate van bezwaarlijkheid van te treffen veiligheidsmaatregelen’ veel gewicht toekent aan de omstandigheid dat een concrete termijn was gesteld waarbinnen nader onderzoek diende plaats te vinden en dat is nagelaten dat onderzoek binnen de genoemde termijn te verrichten. Ook de omstandigheid dat de boom zich bevond op een opstaplocatie en dat dagelijks grote groepen mensen de boom passeren, waardoor de kans op een ongeval met ernstige gevolgen groot is, brengt mee dat in de onderhavige zaak, anders dan in het Plakoksel-arrest, wel aansprakelijkheid is aangenomen.