Indien je het slachtoffer wordt van een aanrijding door een auto, kan in verreweg de meeste gevallen de schade geregeld worden met de verzekeraar van de auto. Helaas gebeurt het met enige regelmaat dat een dader doorrijdt na een ongeval. Als dan ook het kenteken van de auto niet bekend is, zou het slachtoffer zelf op moeten draaien voor de schade. Hetzelfde zou het geval kunnen zijn als de auto waarmee de dader reed onverzekerd is of gestolen. In dergelijke gevallen kan onder bepaalde voorwaarden een beroep worden gedaan op het Waarborgfonds Motorverkeer.

Waarborgfonds Motorverkeer

Het Waarborgfonds Motorverkeer is een stichting en wordt gefinancierd door de Nederlandse motorrijtuigenverzekeraars die een gedeelte van de WA-premies afdragen aan het fonds. Het Waarborgfonds Motorverkeer vergoedt de schade van het slachtoffer indien aan één van deze vijf voorwaarden is voldaan:


  1. De dader is doorgereden en de identiteit van de dader is niet te achterhalen;

  2. Het motorvoertuig dat de schade heeft veroorzaakt is onverzekerd;

  3. Het motorvoertuig dat de schade heeft veroorzaakt is gestolen en de bestuurder is hiervan op de hoogte;

  4. Het motorvoertuig dat de schade heeft veroorzaakt is verzekerd, maar de verzekeraar is failliet;

  5. Het motorvoertuig dat de schade heeft veroorzaakt is onverzekerd;

  6. De dader is niet verzekerd omdat hij daar principiële bezwaren tegen heeft en het is voor het slachtoffer niet of slechts gedeeltelijk mogelijk om de schade met de dader te regelen.


Het Waarborgfonds fungeert als het ware als een vangnet voor de slachtoffers die anders met lege handen zouden staan. Voordat het Waarborgfonds overgaat tot vergoeding van de schade, verwacht zij wel van het slachtoffer dat alle andere mogelijkheden om de schade te verhalen benut zijn.

Mocht je als slachtoffer geconfronteerd worden met een dader die na het ongeval doorrijdt, is het van groot belang dat u probeert de dader te achterhalen. Artikel 25 lid 1 sub a van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) bepaalt dat het slachtoffer zich voldoende moet inspannen: hij moet al hetgeen doen wat redelijkerwijs van hem verwacht mag worden. De vraag dringt zich dan op wat dit precies is.

Aangifte doen

In de rechtspraak is bepaald dat alle mogelijkheden om de identiteit van de dader te achterhalen maximaal dienen te worden benut, zodat geen mogelijke aanknopingspunten verloren gaan of onbenut blijven die kunnen leiden tot het vinden van de aansprakelijke partij. Juist in het geval dat er slechts geringe aanknopingspunten zijn, bijvoorbeeld bij een dader die doorrijdt zonder dat het kenteken bekend is, zal met de nodige voortvarendheid aangifte moeten worden gedaan. De politie kan dan bijvoorbeeld een buurtonderzoek verrichten om meer informatie te verkrijgen over de dader. Indien geen of te laat aangifte wordt gedaan is dit niet (meer) mogelijk. Het Waarborgfonds stelt als eis dat er binnen 14 dagen na het ongeval aangifte wordt gedaan. Indien geen of te laat aangifte wordt gedaan kan het Waarborgfonds weigeren een schadevergoeding uit te keren. Dit geldt ook indien betwijfeld kan worden of een eerdere aangifte meer kans op het achterhalen van de dader zou hebben gehad, zie bijvoorbeeld onderstaande uitspraken van respectievelijk de Rechtbank Midden-Nederland en Rechtbank Oost-Nederland in een tweetal deelgeschillen.

Een uitzondering zou kunnen worden gemaakt indien het slachtoffer als gevolg van het letsel niet in staat is om eerder aangifte te doen (of te laten doen). Een dergelijke situatie zal zich in de praktijk echter niet snel voordoen.

Letselschade

Een claim kan bij het Waarborgfonds worden ingediend tot drie jaar na het ongeval. Van belang is dat je als slachtoffer dus tijdig handelt. In beginsel komt alle materiële en immateriële schade voor vergoeding in aanmerking, dus ook alle uit het ongeval voortvloeiende letselschade, waarbij onder meer te denken valt aan gemaakte medische kosten, reiskosten, kosten voor huishoudelijke hulp, inkomensverlies en smartengeld.

Belangenbehartiger

Een slachtoffer doet er verstandig aan zich bij de behandeling van zijn schadeclaim door een deskundige belangenbehartiger te laten bijstaan. De in redelijkheid gemaakte kosten voor deze belangenbehartiger zullen door het Waarborgfonds worden voldaan. Als slachtoffer is er dus geen noodzaak om een beroep te doen op de rechtsbijstandverzekering. Je kan je in het geval van een claim op het Waarborgfonds beter wenden tot een gespecialiseerde letselschadeadvocaat, bijvoorbeeld een van de advocaten van ons kantoor. Zij kunnen veel zorgen uit handen nemen en de zaak snel en deskundig voor u oppakken. Mocht u een concrete zaak aan ons kantoor willen voorleggen, kunt u altijd vrijblijvend contact met ons opnemen.