Bij het verzekeren van een auto kan men kiezen tussen drie verzekeringen: WA, WA + beperkt casco en WA+ volledig casco. Op grond van artikel 2 WAM is het afsluiten een WA-verzekering verplicht voor de bezitter van de auto en degene op wiens naam de auto staat. Daarnaast kan men een aanvullende verzekering afsluiten, zoals de inzittendenverzekering. In de praktijk blijkt onduidelijkheid te bestaan over het verschil tussen een WA-verzekering en een inzittendenverzekering en blijkt niet altijd helder te zijn waarin de meerwaarde van een inzittendenverzekering ten opzichte van een WA-verzekering gelegen is. Deze onduidelijkheid kan bovendien tot gevolg hebben dat het voor het slachtoffer niet duidelijk is of een inzittendenverzekering is afgesloten op grond waarvan de schade verhaald kan worden of dat slechts een WA-verzekering is afgesloten. Het slachtoffer kan dan met schade geconfronteerd worden die tegen zijn verwachting in niet voor vergoeding in aanmerking komt. Zie bijvoorbeeld de zaak waarover de Rechtbank Midden-Nederland oordeelde op 22 april 2015 (ECLI:NL:RBMNE:2015:5847), waarin een vergoeding voor overlijdensschade werd gevorderd en partijen pas op een later moment ontdekten dat geen inzittendenverzekering was afgesloten. Om dergelijke situaties te voorkomen, is het van belang het onderscheid tussen een WA-verzekering en een inzittendenverzekering goed voor ogen te hebben.
De dekking van de WA-verzekering
Ingeval een auto-ongeval letselschade tot gevolg heeft, kan de schade in veel gevallen worden verhaald op een WA-verzekeraar. Indien een auto-ongeval plaatsvindt waarbij bestuurder A en bestuurder B betrokken zijn en waarvoor B aansprakelijk is, kan A de door hem of haar geleden schade veelal verhalen op de WA-verzekeraar van de auto van B. Daarnaast komen de schade van de medepassagiers van A en schade aan voorwerpen die zich ten tijde van het ongeval in de auto van A bevonden, voor vergoeding op grond van de WA-verzekering van B in aanmerking. Ook wanneer sprake is van een eenzijdig auto-ongeval van A, kunnen passagiers de schade vergoed krijgen op grond van een WA-verzekering, namelijk de WA-verzekering van A.
Voor passagiers is het, om de geleden schade vergoed te kunnen krijgen, dus niet noodzakelijk dat een beroep kan worden gedaan op een inzittendenverzekering. De verplichte WA-verzekering dekt hun schade immers ook.
De meerwaarde van de inzittendenverzekering
Waarin is dan de meerwaarde van een inzittendenverzekering ten opzichte van een WA-verzekering gelegen? Wanneer sprake is van een eenzijdig auto-ongeval van bestuurder A, kunnen de medepassagiers van A de geleden schade vergoed krijgen op grond van de WA-verzekering van de auto van A. A is namelijk aansprakelijk voor de door hen geleden schade. De schade die bestuurder A zelf lijdt komt echter niet op grond van de WA-verzekering voor vergoeding in aanmerking. Hierin is het belang van het afsluiten van een inzittendenverzekering gelegen. Een inzittendenverzekering dekt de schade van de bestuurder in geval van een eenzijdig ongeval. Een ander voordeel van de aanwezigheid van een inzittendenverzekering is de snelle afwikkeling van de schade. Indien na een eenzijdig ongeval door medepassagiers een beroep wordt gedaan op de WA-verzekering van de bestuurder, zal de procedure veel tijd in beslag kunnen nemen, omdat de toedracht van het ongeval exact dient te worden achterhaald. Indien de bestuurder en de medepassagiers een beroep kunnen doen op de inzittendenverzekering, wordt de schade afgewikkeld zonder dat daarbij aandacht wordt besteed aan de schuldvraag.
De inzittendenverzekering in een deelgeschil
Een mooi voorbeeld van het verschil in afwikkeling is een recente uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland (29 september 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:5328). In deze uitspraak staat de vraag centraal of een aanspraak van een passagier op grond van de inzittendenverzekering van de bestuurder in een deelgeschil aan de orde kan worden gesteld. In een deelgeschilprocedure wordt de rechter verzocht te beslissen over een deel van het geschil, bijvoorbeeld de aansprakelijkheid. De rechtbank had eerder (Rechtbank Midden-Nederland 10 augustus 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:4610) geoordeeld dat het beroep op een inzittendenverzekering onder de reikwijdte van de deelgeschilprocedure valt, omdat de vordering op grond van de inzittendenverzekering op dezelfde manier getoetst moet worden als de vordering op grond van de WA-verzekering. In het vonnis van 29 september 2016 komt de rechtbank terug op dit eerdere oordeel. Hoewel de vaststelling van schade wel op dezelfde wijze plaatsvindt bij beide soorten verzekeringen, geschiedt de uitkering op grond van een inzittendenverzekering, anders dan de uitkering op grond van een WA-verzekering, namelijk ongeacht de schuldvraag. Tevens kan een benadeelde een verzekeraar op grond van artikel 7:954 BW slechts rechtstreeks aanspreken in geval van een verzekering tegen aansprakelijkheid en staat de deelgeschilprocedure op grond van artikel 1019w Rv. slechts open voor iemand die een ander aansprakelijk houdt voor schade die hij lijdt door dood of letsel. Hiervan is bij een beroep op een inzittendenverzekering geen sprake. Deze uitspraak bevestigt het verschil in afwikkeling tussen aanspraken op grond van de twee soorten verzekeringen. De afwikkeling op grond van de inzittendenverzekering verloopt sneller dan op grond van een WA-verzekering en de schuldvraag speelt bij een beroep de inzittendenverzekering geen rol. Deelgeschilprocedures zijn bij een beroep op een inzittendenverzekering dan ook niet aan de orde. (Ingeval er een aansprakelijke tegenpartij bij het ongeval betrokken was, kan een deelgeschil wel op een later moment aan de orde komen, wanneer de verzekeraar nadat de schade van het slachtoffer vergoed is, verhaal neemt op de aansprakelijke tegenpartij.) Bij een beroep op een WA-verzekering kan een deelgeschilprocedure worden benut om een deel van het geschil aan de rechter voor te leggen, bijvoorbeeld de aansprakelijkheid of de mate van eigen schuld. Dan speelt de schuldvraag immers wel een rol bij het recht op uitkering.
Conclusie
Hoewel in veel gevallen de schade na een auto-ongeval vergoed wordt door een WA-verzekeraar (die van de aansprakelijke partij dan wel die van de schadelijdende bestuurder zelf in geval van een eenzijdig auto-ongeval), dient het belang van een inzittendenverzekering niet te worden onderschat. In geval van een eenzijdig auto-ongeval biedt de inzittendenverzekering de bestuurder de mogelijkheid zijn schade vergoed te krijgen. Daarnaast zal de afwikkeling van de schade voor de passagiers sneller geschieden indien een inzittendenverzekering is afgesloten dan wanneer slechts een beroep kan worden gedaan op een WA-verzekering, omdat uitkering in geval van een inzittendenverzekering plaatsvindt zonder beoordeling van de schuldvraag.