Als een leerling de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) volgt en in het kader van die opleiding bij een werkgever op basis van een arbeidsovereenkomst werkt (‘werken en leren’), dan heeft deze leerling/werknemer na vierentwintig maanden recht op een transitievergoeding.
Omdat de Minister vreesde dat er daardoor geen enkele werkgever meer BBL leerlingen wil aannemen, is bepaald dat de zogenoemde inzetbaarheidskosten in het kader van zo’n BBL in mindering mogen worden gebracht op de transitievergoeding (artikel 4 Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding van 23 april 2015). Die kosten zullen waarschijnlijk veel hoger uitvallen, zodat per saldo door de werkgever na 24 maanden niets aan transitievergoeding is verschuldigd.
Normaal gesproken geldt voor de aftrek van inzetbaarheidskosten trouwens dat de kosten vooraf moeten worden gespecificeerd en dat vooraf schriftelijke instemming van de werknemer moet worden verkregen. Dat is bij een BBL-traject niet het geval (art. 4, vierde lid, Besluit 23 april 2015).
Om welke kosten gaat het zoal?
Onder de kosten van de opleiding worden verstaan alle kosten die de werkgever daarvoor maakt tijdens de hele periode waarin iemand de opleiding volgt. Te denken valt aan door hem of haar betaald collegegeld, kosten van begeleiding van de werknemer en kosten voor kleding en materialen. De loonkosten kunnen niet in mindering worden gebracht.
De kosten kunnen verder alleen in mindering worden gebracht op de aan de periode van opleiding toe te rekenen transitievergoeding. Het is mogelijk dat een werknemer ook al daarvoor op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst was bij dezelfde werkgever. Op de in de eerdere periode opgebouwde transitievergoeding kunnen de inzetbaarheidskosten niet in mindering worden gebracht.
De kosten kunnen bovendien alleen in mindering worden gebracht als de arbeidsovereenkomst na afronding van de opleiding of voortijdige beëindiging van de opleiding niet wordt voortgezet. Als dat wel het geval is, wordt er van uit gegaan dat het geleerde tijdens de opleiding aangewend is voor het uitoefenen van een functie bij de werkgever. Om misbruik te voorkomen is tenslotte geregeld dat kosten ook niet in mindering gebracht mogen worden op de transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst na de beëindiging binnen zes maanden alsnog wordt voorgezet.