Minister Asscher heeft   de Tweede Kamer geïnformeerd over de opzet van de evaluatie van de Wet werk en zekerheid (Wwz) en geeft zijn eerste indruk van de invoering van de wet. De minister gaat in de brief ook in op een aantal specifieke punten met betrekking tot de inkomstenverrekening in de WW, waaronder zijn voorstellen voor reparatie van het dagloonbesluit.

Pro-formapraktijk

Over de pro-formapraktijk overweegt de minister dat uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de regering geen voorstander is van deze praktijk en verwacht dat deze zal verdwijnen.

Het muizengaatje

Met betrekking tot het ernstig verwijtbaar handelen (muizengaatje) merkt hij op dat rechters hier terughoudend mee omgaan.

Billijke vergoeding

Over de billijke vergoeding merkt hij het volgende op: ‘de toegekende billijke vergoeding verschilt dan ook per zaak. In de in bijlage 3 weergegeven zaken varieert de hoogte van € 2.000 bruto tot € 30.654,05 bruto. (…) De billijke vergoeding die in een aantal zaken is toegekend bij ernstige verwijtbaarheid van de werkgever verschilt in hoogte. Dat is ook verklaarbaar omdat de wet geen norm stelt voor deze vergoeding. Bovendien kan ook dit nog anders worden in hoger beroep. Wat betreft de ontbindingsgronden wil ik wijzen op het onderzoek dat ik in de eerste helft van 2016 zal laten verrichten ter uitvoering van de motie Backer. Over de uitkomsten daarvan zal ik u voor het zomerreces informeren.

Tot slot heeft de Minister nog aangegeven: ‘Waar sprake was van onbedoelde effecten van de Wwz, zijn of worden deze uiteraard wel al gerepareerd.’