Arbeidsongeschikte werknemers die voor 1 januari 2012 vakantiedagen toebedeeld kregen, zouden te weinig vakantiedagen hebben gehad door het niet tijdig implementeren van de Europese arbeidstijdenrichtlijn in wetgeving. De Hoge Raad heeft besloten dat deze dagen alsnog vergoed moeten worden omdat dit in strijd zou zijn met een Europese richtlijn.
De tegenstrijdigheid tussen de wet en een Europese richtlijn kwam aan het licht doordat twee werknemers een zaak tegen de Staat hebben aangespannen. Zij waren van mening, als arbeidsongeschikten, dat zij te weinig vakantiedagen door hun werkgever toebedeeld kregen. Artikel 7:635 lid 4 (oud) BW bepaalde namelijk dat een werknemer die wegens ziekte geen arbeid verrichte, (slechts) aanspraak verwierf op vakantie over het tijdvak van de laatste zes maanden waarin de arbeid niet werd verricht. In het Schultz-Hoff-arrest (HvJ EU 20 januari 2009, ECLI:EU:C:2009:18, NJ 2009/252) heeft het Hof van Justitie vervolgens beslist dat uit de formulering van de arbeidstijdenrichtlijn blijkt dat het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon van vier weken voor alle werknemers geldt, ongeacht de gezondheidstoestand van de werknemer. Volgens het Hof van Justitie moet artikel 7 van de arbeidstijdenrichtlijn zo worden uitgelegd dat het in de weg staat aan nationale bepalingen of gebruiken op grond waarvan aan het einde van de arbeidsverhouding géén financiële vergoeding wegens niet opgenomen jaarlijkse vakantie met behoud van loon wordt betaald aan de werknemer die tijdens de gehele referentieperiode en/of overdrachtsperiode dan wel een deel daarvan met ziekteverlof is geweest, waardoor hij geen gebruik heeft kunnen maken van zijn recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon. Door dit arrest was aanpassing van de Nederlandse wet noodzakelijk. Artikel 7:635 lid 4 (oud) BW is daarom geschrapt en in plaats daarvan geldt op grond van het per 1 januari 2012 ingevoerde artikel 7:640a BW dat een werknemer (ongeacht zijn gezondheidssituatie) over zijn gehele dienstverband vakantiedagen opbouwt.
De Hoge Raad thans heeft beslist dat de werknemers de ingehouden vakantiedagen alsnog uitbetaald krijgen.
HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2722 en ECLI:NL:HR:2015:2723