In de komende blog posts zal ik telkens ingaan op de bijzondere aspecten van het geven van een cassatieadvies en de relatie tussen cliënt en cassatieadvocaat. In deze blogpost geef ik antwoord op de vraag of een cliënt een cassatieadvocaat kan verplichten om bij een negatief cassatieadvies toch cassatieberoep in te stellen.

Het merendeel van de cassatieadviezen is negatief. De weigering om cassatieberoep in te stellen is tuchtrechtelijk niet verwijtbaar. Een advocaat is in relatie tot zijn cliënt dominus litis, hetgeen betekent dat de advocaat volledige verantwoording draagt voor de behandeling van de zaak. In het verlengde hiervan is het dan ook aan de advocaat te bepalen of hij een zaak wenst aan te nemen. Een advocaat kan niet worden verplicht een cliënt bij te staan in een “kansloze zaak”. Gelet hierop staat het een cassatieadvocaat vrij – na het geven van een negatief cassatieadvies – geen cassatie in stellen. Belangrijk aandachtspunt daarbij is dat van een redelijk bekwaam en redelijk handelend cassatieadvocaat mag worden verwacht dat hij duidelijk aan de cliënt aangeeft dat hij slechts een cassatieadvies geeft en pas als hij kansen ziet om in cassatie te gaan daadwerkelijk een cassatieberoep zal instellen. Dit volgt uit de recente uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Klik hier voor mijn volgende blogpost in deze serie.